Loon en vakantiegeld: hoe werkt het?

Hoe wordt het flexiloon bepaald?

Het loon van een flexi-jobber wordt bepaald op basis van het sectorale minimumloon voor de functie die hij of zij uitoefent (zoals vastgelegd in de cao van jouw sector of onderneming). Bestaat er geen sectoraal of ondernemingsbarema, dan geldt het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen als ondergrens.

Het loon voor een flexi-jobber bepaal je op exact dezelfde manier als voor een gewone werknemer.

Specifiek voor de horeca geldt sinds 1 mei 2024 een eigen minimumloon voor flexi-jobs. Dat bedraagt 11,64 euro per uur.

Sinds 2024 is er ook een maximumloon: het flexiloon (inclusief premies, vergoedingen en voordelen) mag maximaal 150% van het basisloon voor die functie bedragen, tenzij een andere grens is vastgelegd in de sectorale cao.

Voorbeeld: een flexi-jobber in een bakkerij met een baremaloon van 14 euro per uur mag maximaal 21 euro verdienen (150% van 14 euro).


Wat met vakantiegeld?

Flexi-jobbers hebben recht op vakantiegeld ten laste van de werkgever. Dit vakantiegeld bedraagt 7,67% van het flexiloon en wordt samen met het loon uitbetaald. Er volgt dus geen aparte uitbetaling van vakantiegeld, zoals bij gewone werknemers het geval is.

Belangrijk: het vakantiegeld wordt berekend op het volledige flexiloon, inclusief sectorale toeslagen (bv. voor nacht- of weekendwerk).


Extra toeslagen

Voor prestaties op zon- en feestdagen of tijdens de nacht gelden extra toeslagen, afhankelijk van de sector. Deze toeslagen tellen mee voor het maximumloon (150% van het basisloon). Opgelet: op deze toeslagen betaal je als werkgever ook de vaste RSZ-bijdrage van 28%.